In de woonplaats van Susanne lopen alle straten horizontaal en verticaal.
De straten liggen allemaal op 1 kilometer afstand van elkaar.
Op zondagochtend wil Susanne een stuk van vijf kilometer hardlopen.
Datzelfde stuk wandelt Susanne vervolgens weer terug naar huis.
In deze opgave kijken we alleen naar het stuk dat ze hardlopend aflegt.
Hoeveel routes zijn er als ze vier kilometer noordwaarts en één kilometer oostwaarts rent?
De straten liggen allemaal op 1 kilometer afstand van elkaar.
Op zondagochtend wil Susanne een stuk van vijf kilometer hardlopen.
Datzelfde stuk wandelt Susanne vervolgens weer terug naar huis.
In deze opgave kijken we alleen naar het stuk dat ze hardlopend aflegt.
Hoeveel routes zijn er als ze vier kilometer noordwaarts en één kilometer oostwaarts rent?