Opgave - 45c
Een fietser legt een afstand van x km af tussen twee plaatsen.
Op de heenweg heeft hij de wind mee en rijdt met een gemiddelde snelheid van 30 km/uur.
Op de terugweg heeft hij de wind tegen en rijdt met een gemiddelde snelheid van 15 km/uur.
Bereken de tijd die de fietser over de heen- en terugweg samen doet.
Op de heenweg heeft hij de wind mee en rijdt met een gemiddelde snelheid van 30 km/uur.
Op de terugweg heeft hij de wind tegen en rijdt met een gemiddelde snelheid van 15 km/uur.
Bereken de tijd die de fietser over de heen- en terugweg samen doet.