Kim moet 1250 meter fietsen naar school.
Ze fietst met een gemiddelde snelheid van 15 km/h.
Stel de formule op bij dit lineaire verband.
Neem de afstand tot haar school in meter na minuten fietsen.
Ze fietst met een gemiddelde snelheid van 15 km/h.
Stel de formule op bij dit lineaire verband.
Neem de afstand tot haar school in meter na minuten fietsen.