Theorie - Samenvatting combinaties en permutaties
1a. Er werken tachtig personeelsleden op een school. Drie van hen gaan mee op excursie. Hoeveel drietallen zijn er?
1b. Er werken tachtig personeelsleden op een school. Drie van hen gaan mee op excursie: één van hen wordt gekoppeld aan klas H4A, één aan H4B, en één aan H4C. Hoeveel drietallen zijn er?
2a. Marnix heeft twintig boeken. Hij kiest er vier uit om mee te nemen op vakantie. Hoeveel viertallen zijn er?
2b. Marnix heeft twintig boeken. Hij stelt een top-4 samen. Hoeveel viertallen zijn er?
3a. Een pizzeria heeft 25 pizza’s op de menukaart staan. Er worden drie pizza’s van de menukaart afgehaald. Hoeveel drietallen zijn er?
3b. Anne, Bodine en Claire gaat eten bij een pizzeria. Er staat 25 pizza’s op de menukaart. Ze kiezen alle drie een andere pizza. Hoeveel drietallen zijn er?
1b. Er werken tachtig personeelsleden op een school. Drie van hen gaan mee op excursie: één van hen wordt gekoppeld aan klas H4A, één aan H4B, en één aan H4C. Hoeveel drietallen zijn er?
2a. Marnix heeft twintig boeken. Hij kiest er vier uit om mee te nemen op vakantie. Hoeveel viertallen zijn er?
2b. Marnix heeft twintig boeken. Hij stelt een top-4 samen. Hoeveel viertallen zijn er?
3a. Een pizzeria heeft 25 pizza’s op de menukaart staan. Er worden drie pizza’s van de menukaart afgehaald. Hoeveel drietallen zijn er?
3b. Anne, Bodine en Claire gaat eten bij een pizzeria. Er staat 25 pizza’s op de menukaart. Ze kiezen alle drie een andere pizza. Hoeveel drietallen zijn er?